Met een beveiligingscamera beschermt u uw winkel tegen winkeldiefstal, maar de inzet van dergelijke camera’s is wel aan regels gebonden. Bijvoorbeeld in de Wet Bescherming Persoonsgegevens. De wet is van toepassing wanneer u met een camera opnames maakt waarbij personen herkenbaar in beeld komen. 

Beveiligingscamera, wat mag en wat niet?

Op de winkelvloer mag u een beveiligingscamera inzetten om uw eigendommen in de gaten te houden en de veiligheid van uw personeel te waarborgen. Daarbij is het van belang dat u de privacy van uw klanten en personeel niet schendt. Zo is een camera rond de schappen of bij de kassa of ingang toegestaan.

U dient klanten van het cameratoezicht op de hoogte te stellen, bijvoorbeeld via een sticker op de deur. Doet u dat niet, dan bent u strafbaar.

Beveiligingscamera in een pashokje? Niet doen!

De Wet Bescherming Persoonsgegevens beschermt de privacy van personen – ook van uw klanten. Die mogen ervan uitgaan dat ze in onbespied zijn als ze kleren passen. Een beveiligingscamera in een pashokje mag dus niet.

Nieuw en overgewaaid uit de Verenigde Staten is het pashokje van doorzichtig glas. Klanten zijn voor iedereen zichtbaar, totdat de deur dicht gaat. Dan vertroebelt het glas en is er van buiten naar binnen niets meer te zien.

In kledingzaken vinden de meeste diefstallen plaats tijdens het passen van kleding. Het lijkt erop dat het een dergelijke oplossing preventief werkt. Harde cijfers daarover zijn er echter nog niet. Meer informatie over doorzichtige pashokjes vindt u hier.

Heimelijk cameratoezicht

Stiekem beveiligingscamera’s plaatsen is alleen toegestaan in uitzonderingsgevallen. Bijvoorbeeld als er in uw winkel uitzonderlijk veel winkeldiefstallen worden gepleegd. U moet dan wel kunnen aantonen dat u er alles aan heeft gedaan om winkeldiefstal op een andere manier te bestrijden.

De camerabeveiliging moet tijdelijk zijn en u moet u inspannen om de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van klanten en personeel te minimaliseren.